sera infobrochure - Zeewateraquariums

Lagere dieren Indien de omstandigheden waaronder ze ge- houden worden goed zijn, treden bij lagere dieren zelden ziektes op. Toch moet er op en- kele punten gelet worden. Wanneer de watertemperatuur boven 30 °C uitstijgt, wordt de kalksynthese van de steen- koralen verstoord. Bovendien sterven de in het koraalweefsel levende symbiotische algen (zoöxanthellen) af en daarmee ook de kora- len. Kreeftachtigen verschalen regelmatig. Voor de opbouw van een nieuwe schaal moet het wa- ter 400 – 450 mg/l calcium bevatten; de car- bonaathardheid moet 8 – 10 °dKH bedragen. Kwijnt een lager dier ondanks optimale ver- zorging toch weg, dan moet het dier op uit- wendige parasieten onderzocht worden. Deze parasieten kunnen soms erg klein zijn en al- leen ‘s nachts tevoorschijn komen. De dieren moeten met sera crabs natural en sera shrimps natural gevoederd worden, om mis- vormingen bij het verschalen te voorkomen. Planaria zijn witte of rode, ca. 5 mm lange platwormen. Door het slijm dat ze afscheiden kunnen ze zeeanemonen, koralen enz. be- schadigen. De wormen worden met een slang uit het aquarium weggezogen. Soms helpt het om ‘s nachts een sterke zaklamp boven het aquarium te houden. Veel planaria verzamelen zich dan in het licht en kunnen dan gemakke- lijker worden verwijderd. Bekijk de lagere die- ren nauwkeurig, voordat u ze aanschaft! Bij kleine, bruinachtig-rode, ovale vlekken gaat het in de meeste gevallen om planaria. Borstelwormen (Polychaeta) zijn weliswaar eigenlijk aaseters, maar toch worden schijf- anemonen en steenkoralen er soms door aan- gevreten. Bovendien ontnemen ze hun de prooi, waarbij ze met hun scherpe vangappa- raten de fijngevoelige (honkvaste) dieren be- schadigen. Je kunt ze met visvlees lokken en ze er dan uitvangen. Omdat borstelwormen overwegend ‘s nachts actief zijn, moet deze maatregel in het donker worden toegepast. Let op: de wormen niet aanraken, de borstels breken af en kunnen huidirritaties tot gevolg hebben! Kleine borstelwormen verbergen zich overdag in de bodemgrond en kunnen verwijderd wor- den door een tamelijk groot gedeelte van de bodemgrond (ca. 30 – 50%) weg te zuigen en met zoetwater uit te spoelen. Over het alge- meen is een dergelijke, incidentele reductie van het bestand voldoende. 11. Als er een dier ziek wordt 56 Veel slakken eten zeeanemonen, koralen enz. aan. In een koraalrifaquarium moet wel iedere slak voorzichtig met een pincet worden ver- wijderd. Sommige huisjes- en naaktslakken voeden zich uitsluitend met fijngevoelige la- gere dieren.