sera infobrochure - Gezonde vijvervissen

54 Tijdens de behandeling niet gebruiken Tijdens de behandeling mag er geen actie- ve kool worden gebruikt, omdat die de medische werkzame stoffen bindt en de effectiviteit van het diergeneesmiddel ver- laagt of zelfs ongedaan maakt. Delen van de werkzame stoffen in het diergeneesmid- del kunnen ook door een bijzonder groot en actief biofilter en veel bodemgrond afgebroken resp. gebonden worden. In een enkel geval kan het dan zinvol zijn, de medicamentendosis wat te verhogen (b.v. 1,5 keer zoveel), om de volledige effectivi- teit onder zulke speciale omstandigheden te behouden. Het gebruik van conditione- ringsmiddelen voor het water, met name die waarin steenmeel zit, direct voor (bin- nen 1 – 2 dagen) of tijdens de behandeling met een diergeneesmiddel, kan ook – door de binding van werkzame stoffen – een verminderde effectiviteit kennen. Gebruik daarom in deze periode indien mogelijk geen waterzuiveringsmiddelen. Direct na de behandeling is het gebruik ervan dan des te nuttiger (zie ook pagina 56 “Afsluiting van de behandeling”). UV-C-lampen, die dienen voor het kiemvrij maken van het water, dienen in elk geval tijdens de behandeling uitgezet te worden. Het energierijke licht vernietigt veel werk- zame stoffen. Filteren tijdens de behandeling met een diergeneesmiddel Vaak wordt in de gebruiksaanwijzing aan- bevolen, het biologische filter tijdens de behandeling met een diergeneesmiddel uit het watercircuit te halen. Dat is een voor- zorgsmaatregel, omdat een paar dierge- neesmiddelen ook filterbacteriën aantasten kunnen en – zoals hierboven genoemd – zeer actieve filters de effectiviteit van het diergeneesmiddel verlagen kunnen. Maar meestal kost het wegnemen van het filter veel moeite. Juist bij langere behandelin- gen zou het filtermateriaal uitgebreid moe- ten worden, b.v. in een kuip met vijverwa- ter, of zou het filter in een extra bak verder gebruikt moeten worden. Indien het filter- materiaal te lang (vanaf een half uur kan het kritisch worden) niet door water wordt omspoeld en heersen er dus evt. anaërobe toestanden, dan kunnen verrottingspro- cessen ontstaan. Er ontstaat dan o.a. uiterst giftige zwavelwaterstof, die wanneer het filter niet gereinigd weer in gebruik genomen wordt, de waterbewoners kan vergiftigen. Een ander nadeel is, dat ook in het filter zelf ziekteverwekkers aanwezig kunnen zijn, die dan, nadat het filter weer ingeschakeld is, opnieuw voor infecties kunnen zorgen. Een stabiel, goed draaiend filter met geschikt filtermateriaal (b.v. sera siporax pond) doorstaat een behandeling met een diergeneesmiddel gewoonlijk pro- 10 Algemene aanbevelingen voor het gebruik