Please activate JavaScript!
Please install Adobe Flash Player, click here for download
ePaper created 2013-03-21, 08:57:50 | version 1.25.4
14 Leven in de vijver Bittervoorns (Rhodeus amarus) (6–8cm) Omdathetvrouwtjestroom-ofschilders- mosselennodigheeftomhaareierenteleg- gen,ishetmoeilijkdezekarperachtigevis- sentekweken.Doorhungeringeafmetingen zijnzebijzondergeschiktvoorkleinevijvers. Sterlets (Acipenser ruthenus) (tot100cm) Alsbodemvissenbrengenzededagenen nachten bij voorkeur op de grindbodem doorenwoelenindemoddernaarwormen, slakkenenkreeftjes. Zeelten (Tinca tinca) (25–30cm) Derustige,gemakkelijktever- zorgen goudzeelten zijn zeer nuttigevissen.Zeruimeno.a. devoederrestenop,dieopde bodemzijnblijvenliggen.Wa- terslakkenzijnhunlievelings- voeder.Maaralleenindesche- meringofomteetenlatenze zichinondiepereregionenzien. Riviergrondels (Gobio gobio) (tot20cm) Dezebodemgerichtescholen- vissen groeien langzaam en bereiken alleen in uitzonde- ringsgevallen een lengte van 20 cm.Riviergrondelsvoeden zich met ongewervelde bo- demdieren.