Problematieke bezetting / Kunnen jonge vissen bij hun ouders blijven?
Wij hebben kroost bij ons in het aquarium ontdekt. Het zijn jonge "Prinses van Burundi" vissen. De andere bewoners in mijn aquarium zijn 6 maanvissen, 3 reuzenmeervallen, een school kegelvlekbarbelen, 3 Indiase stekelmeervallen en 2 pantsermeervallen; een groot deel van hun zijn nog jonge dieren. Het aquarium is dicht beplant en biedt veel schuilplaatsen. Ook de "burundi's" zijn als school vertegenwoordigd.
Onze vraag is: Of het onder deze omstandigheden noodzakelijk is de "nieuwe" jonge dieren te vangen en in een kweekaquarium geïsoleerd te houden?
Hallo,
T.o.v. "jonge burundi's":
ik heb het vermoeden en ga er als volgt ook vanuit, dat het Neolamprologus brichardi afkomstig uit het Tanganyikameer zijn, die soms ook als "Prinses van Brunrundi" aangeboden worden/werden!
T.o.v. "verdere aquariumbewoners":
helaas moet ik het zo duidelijk zeggen: dit past helemaal niet bij elkaar - en zelfs wanneer, zo men binnen de kortste tijd een zeer groot aquarium nodig (ik spreek hier van een aquarium boven de 3-meter-categorie, en dit is niet overdreven!) hebben.
Alleen reuzenmeervallen (Pangasiidae) worden groter dan een halve meter en zwemmen graag, ook moeten zij in grotere groepen gehouden worden. Economisch gezien zijn het consumptievissen, die men naar de verwerking van de vissen als "pangasius-filet" kopen kan!
Alleen al een koppel maanvissen heeft al snel bij de revierverdediging een aquarium tussen de 200 - 300 liter nodig, en de kleine vissen (kegelvlekbarbelen!) eindigen als voeder voor de andere vissen als ze niet al van tevoren bij reviergevechten "te gronde gaan" of tussen de vijandelijke linies terecht komen.
T.o.v. "kweekaquarium":
op zich is de bezetting al zeer problematisch (z.b.). De "burundi's" (voorzover mijn boven genoemde soortbestemming klopt) zouden toch al hun eigen Tanganyikameer-aquarium krijgen, daarbij kunnen c.q. nog een paar andere vissen uit het Tanganyikameer gezet worden.
Dan kan een moderaat aantal van de jonge vissen (op de capaciteit van het aquarium letten!) ook in het aquarium blijven. Neolamprologus brichardi en de eng verwante soorten (Neolamprologus pulcher, Neolamprologus sp. "Daffodil" etc.) beoefenen een zgn. stapelkweek, d.w.z., dat de oudere jonge vissen bij de ouders blijven en hun bij de verzorging van hun jongere broers en zussen helpen.
Groetjes
sera GmbH
Dr. Bodo Schnell